Het mangat en ik

Het was op de middelbare school. Klassen zijn afgemaakt en we gingen naar huis. Elke dag ging ik met mijn drie vriendinnen achter een oude winkel om sigaretten te roken.
Mijn vriendin Mirjana was erg blij. Bij onze omgeving was een groot mangat dat geen deksel had. Boven de opening was een blik. Mirjana stapte op het blik en begon te zingen. Ik vertelde haar dat het gevaarlijk was erop te staan en dat ze in het mangat kon zakken. Zij luisterde niet naar mij. Toen kwam er een andere vriendin. Nu stonden er twee van hen op het blik. Ik waarschuwde ze weer, maar ze luisterden er niet naar. Ik was boos. Toen ik stapte op het blik, viel ik in het mangat. Op dat moment begreep ik niets wat er gebeurde. Ik keek om me heen en realiseerde ik dat ik in de modder lag. Ik keek naar mijn vriendinnen die vanboven staarden mij en ik begon te lachen. Ze trokken me uit het mangat. Ik was niet gewond, maar mijn kleren waren zwart en ik stonk. We begonnen te lachen en gingen naar huis.